Luchtdrukwapens zijn er in verschillende soorten en maten. In de schietsport kennen we eigenlijk maar een paar disciplines voor luchtdrukwapens die op een baan kunnen worden beoefend, te weten luchtpistool, luchtpistool snelvuur, en luchtgeweer.
De disciplines worden verschoten met loden kogeltjes, ook wel pellets genaamd. Het grootste verschil tussen luchtwapens en vuurwapens is de aandrijving; Bij vuurwapens word de energie vrijgemaakt door het verbranden van kruit, bij luchtdrukwapens word opgeslagen energie in een veer, een gaspatroon of een hoge drukcylinder vrijgegeven. De kogels zelf hebben dus geen aandrijvende lading.
De aandrijving is voor de te verschieten disciplines niet belangrijk. Waren in de jaren 70 de zij-gespannen veerdrukwapens populair, en in de jaren 80 de Co2-capsule gasdrukwapens, zo zijn nu de hogedruk-persluchtwapens, ook wel PCP (Pre Compressed Pneumatics) populair vanwege het vrijwel terugstootloze schot.
Moderne luchtwapens ontwikkelen energiewaarden die dicht bij kleinkaliber vuurwapens liggen. Luchtwapens zijn dus ook geen speelgoed, en op de banen word er streng op toegezien dat de veiligheidsmaatregelen zoals ze bekend zijn van de vuurwapens ook worden toegepast bij de luchtschutters.
Als laatste nog een extreem voorbeeld van een luchtdrukwapen: De Quackenbush .50. Dit geweer schiet projectielen met een diameter van .50 inch, dus 12,7 mm en kan worden ingezet op de 100 meterbaan voor het precisie luchtgeweer schieten.
De disciplines die regelmatig door leden worden verschoten zijn 10 meter luchtpistool, 10 meter luchtgeweer, en 100 meter luchtgeweer. Voor overige disciplines verwijzen wij u graag naar de website van de KNSA.